Een analyse van de Mediterrane Dialoog van de NAVO

Verloop van de Dialoog

  • 01 Jan. 2004 - 01 January 0001
  • |
  • Last updated 04-Nov-2008 00:33

Mohamed Kadry Said geeft een zuidelijke visie op de Mediterrane Dialoog van de NAVO, die nu tien jaar loopt.

Samenwerken met de NAVO: Egyptenaren, Jordaniërsen Marokkanen (hierboven in beeld) hebbendeelgenomen aan de operaties onder leiding van de NAVO op de Balkan

In de tien jaar sinds de NAVO isgestart met haar Mediterrane Dialoog, is de strategische omgevingin het Euro-Atlantisch gebied, in het Midden-Oosten en daarbuitenbijna onherkenbaar veranderd. Na de terroristische aanslagen op deVerenigde Staten van 11 september 2001 en de campagnes onderAmerikaanse leiding in Afghanistan en Irak, is het Bondgenootschapeen veel belangrijker rol gaan spelen op het internationale toneel,en lijken het grotere Middellandse Zeegebied, en het GrotereMidden-Oosten steeds meer gebieden te worden waar het zich in detoekomst meer op zal gaan richten. Hoewel er duidelijkmogelijkheden zijn voor meer betrokkenheid van de NAVO in ditgedeelte van de wereld, moet het Bondgenootschap een tweezijdigerelatie met de Arabische landen trachten te ontwikkelen en zich ookbezig houden met hun veiligheidsproblemen.

Tot op heden heeft de Mediterrane Dialoog vande NAVO vooral een politiek doel gehad. Zij diende om meer begripte kweken voor het beleid van de NAVO en haar activiteiten in deDialooglanden terwijl ook werd onderzocht wat hunveiligheidsbehoeften waren. Daarmee stond informatie-uitwisselingcentraal in de Dialoog via de Mediterrane Samenwerkingsgroep, eenforum dat werd opgericht tijdens de Bondgenootschappelijke Top van1997 in Madrid. De Bondgenoten voeren via de Samenwerkingsgroepregelmatig politiek overleg met individuele Dialoogpartners, in dezogeheten 19 + 1 (nu 26) samenstelling, of met alle zevenDialooglanden - Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Mauritanië,Marokko en Tunesië – de zogeheten 19 + 7 (nu 26)samenstelling.

Ondanks het politiek karakter van de Dialoog,liggen er een groot aantal harde veiligheidsvraagstukken directonder de oppervlakte. Economische belangen en de veiligheid vanenergie staan duidelijk centraal in het Mediterrane beleid van deNAVO aangezien ruim 65 procent van alle olie en gas die inWest-Europa wordt gebruikt, wordt vervoerd via de Middellandse Zee.Bovendien voorspellen veiligheidsanalisten al geruime tijd dat decombinatie van stagnerende economieën en uitdijende bevolkingen inNoord-Afrika op de langere duur een probleem zal gaan vormen voorEuropa, in de vorm van illegale migratie en zelfs terrorisme.Tegelijkertijd heeft de proliferatie van raketten in hetMidden-Oosten en Noord-Afrika directe gevolgen voor de veiligheiden vrijheid van handelen van Europa in het MiddellandseZeegebied.

De Mediterrane Dialoog van de NAVO is net alssoortgelijke dialoog- en samenwerkingsinitiatieven, inclusief hetBarcelona Proces van de Europese Unie, vanaf dag één gehinderd doorde verschillen in de verwachtingen van de Bondgenoten aan de enekant en de Arabische Dialooglanden aan de andere. Europa en deVerenigde Staten lijken te geloven dat politieke dialoog,discussies en informatie-uitwisseling het startpunt moeten vormenvoor een relatie. Ze moeten vertrouwen creëren en een constructievesamenwerking stimuleren. Maar de Arabische Dialooglanden willenjuist liever beginnen met de aanpak van concrete problemen, ookdiegene die verband houden met het Arabisch-Israëlischconflict.

De bestrijding van het terrorisme en hetvoorkomen van de verder verspreiding van massavernietigingswapensin het Midden-Oosten waren in de jaren 1990 de prioriteiten voor deArabische Dialooglanden, maar niet voor de NAVO. De halfslachtigedeelname van de Arabische landen aan zowel het Barcelona Proces alsde Mediterrane Dialoog, was een reactie op teleurstellingen in hetvredesproces in het Midden-Oosten. De verschillende gezichtspuntenhebben tot nu toe constructief denken over de toekomst van de regioin de weg gestaan.

In het Bondgenootschappelijk StrategischConcept uit 1999 lazen de Arabische Dialooglanden al eenverschuiving in de mogelijke NAVO-missies, naar de aanpak van meeruiteenlopende gevaren, waarvan er veel uit het Zuiden afkomstigzijn. Deze bredere interpretatie van het NAVO- mandaat heeftonvermijdelijk tot vragen geleid onder de Zuidelijke landen over degeografische grenzen van de Bondgenootschappelijke activiteit. Dievragen zijn vervolgens uitgegroeid tot zorgen over de bereidheidvan het Bondgenootschap en van individuele Bondgenoten om op tetreden zonder de expliciete steun van de VN, naar aanleiding van deNAVO-interventie in Kosovo en de campagne in Irak onder leiding vanAmerika.

Verloop van de Dialoog

Het Bondgenootschap moet trachten eentweezijdige relatie met de Arabische landen te ontwikkelen en zichook bezig houden met hunveiligheidsproblemen

In de loop der jaren heeft de NAVO eenreeks conferenties en seminars voor vertegenwoordigers uit de NAVOen uit de Dialooglanden georganiseerd. De eerste daarvan vondplaats in Rome, Italië, in november 1997, en ging over Detoekomst van de NAVO-Dialoog. Deze werd gevolgd door eenconferentie in Valencia, Spanje, in februari 1999 over DeMediterrane Dialoog en de Nieuwe NAVO. De eerste Conferentiein Rome werd benut om de praktische dimensies voor de samenwerkingte identificeren, terwijl tijdens de Conferentie in Valencia deambassadeurs uit zowel de NAVO als de toen zes Mediterrane Partnersvoor het eerst de gelegenheid kregen te discussiëren over de wegvoorwaards.

Andere praktische dialoogactiviteitenbetroffen onder meer institutionele beurzen, de civieleverdedigingsplanning en wetenschappelijke samenwerking. In 1998nodigde het Bondgenootschap de Mediterrane Dialooglanden uit deelte nemen aan het Institutionele Beurzenprogramma. Sindsdien zijnvier van deze beurzen toegekend aan Mediterrane Dialooglanden.Verder hebben parlementariërs, opinieleiders, academici,journalisten en functionarissen uit de Mediterrane Dialooglandenhet NAVO-Hoofdkwartier bezocht. En er is een reeks Dialoogseminarsgehouden onder de auspiciën van de Mediterrane Speciale Groepwaaraan werd deelgenomen door parlementariërs uit de NAVO, deDialooglanden en niet-Dialooglanden en waaraan tevens werddeelgenomen door vertegenwoordigers van internationaleorganisaties. Drie Dialooglanden hebben bovendien de status vanwaarnemer gekregen bij de Parlementaire Assemblee van de NAVO:Marokko en Israël in 1994, and Egypte in 1995.

Vertegenwoordigers uit de Dialooglandenhebben cursussen in de civiele verdedigingsplanning bijgewoond opde NAVO-School in Oberammergau, Duitsland, en ook elders. Enwetenschappers uit de Dialooglanden hebben deelgenomen aan door deNAVO georganiseerde workshops voor geavanceerd onderzoek(advanced research workshops) en andere initiatievenbinnen het raamwerk van het Wetenschappelijk Programma van deNAVO.

De militaire dimensie van de MediterraneDialoog omvat waarneming van NAVO- en PfP-oefeningen te land en terzee, bezoeken aan militaire instellingen van de NAVO, deuitwisseling van stafofficieren en deelname aan workshops enseminars. Hoewel dit niet in de context van de Mediterrane Dialooggebeurde, hebben Egypte, Jordanië en Marokko ook deelgenomen aan devredesoperaties van het Bondgenootschap in Bosnië Herzegovina,onder zowel IFOR als SFOR. Troepen uit Jordanië en Marokko nemen opdit moment ook deel aan KFOR, de vredesoperatie van de NAVO inKosovo.

Voor de terroristische aanslagen van 11september 2001 en de campagnes in Afghanistan en Irak, werd erweinig aandacht besteed aan een mogelijke versterking van deDialoog. Met uitzondering van een rapport afkomstig van deAmerikaanse denktank, de RAND Corporation, ging de discussie vooralover frequenter vergaderen over politieke onderwerpen, meerbijeenkomsten op ambassadeursniveau, het aanmoedigen van deDialooglanden om evenementen te organiseren als de conferenties vanRome en Valencia en het leggen van directe banden tussen deInternationale Militaire Staf van de NAVO en de strijdkrachten inde Dialooglanden.

Het RAND-rapport, getiteld De toekomst vanhet Mediterrane Initiatief van de NAVO: Evolutie en de VolgendeStappen dat in 1999 werd gepubliceerd, omvatte een aantalbeleidsaanbevelingen. Hiertoe behoorden maatregelen die ten doelhadden de non-gouvernementele rol te versterken; een herformuleringvan de veiligheidsagenda van de regio met daarin ook opgenomen hetterrorisme, de veiligheid van energie, vluchtelingenstromen,civiele verdedigingsplanning, en de verspreiding vanmassavernietigingswapens; een aanzet tot praktische PfP-achtigeactiviteiten op defensiegebied; de parlementaire activiteiten toteen officieel onderdeel van de Dialoog maken; een netwerk oprichtenvoor de crisispreventie en het bevorderen van het vertrouwen in hetMiddellandse Zeegebied; het houden van bilaterale militaireoefeningen; het creëren van een gezamenlijk netwerk voordefensiestudies; en het verhogen van de voor de Dialoog beschikbarefinanciën. Het rapport raadde ook een eventuele verdere expansievan de NAVO in zuidelijke richting aan "om de traditionele focus opMidden-Europa af te zwakken en nieuwe mogelijkheden te scheppen omin het Zuiden actief te zijn".

De veiligheidsomgeving van tegenwoordig isechter zo totaal anders dan die in de jaren 1990 dat driefundamentele overwegingen moeten worden meegenomen als men detoekomstige mogelijkheden van de Mediterrane Dialoog wilanalyseren. Dat zijn de geografie; de dynamiek van de verandering;en een nieuw waardensysteem.

Geografie: Sinds 11 september en deoorlogen in Afghanistan en Irak, is de potentiële ruimte voorveiligheidssamenwerking tussen de NAVO en de Dialooglanden inoostelijke richting uitgebreid tot Afghanistan, en misschien nogwel verder. Hoewel de Dialooglanden vroeger buiten hetNoord-Atlantisch gebied lagen en zich dus ook buiten hetveiligheidssysteem van het Bondgenootschap bevonden, zijn dedreigingen tegenwoordig van dien aard, dat fysieke grenzen hunbetekenis steeds meer verliezen. De geografische omgeving van iederveiligheidssysteem is een kernfactor voor de planning, training,commando en controle, het strategisch transport, enintelligence-operaties. De geografie kan ook aanleiding zijn voornieuwe soorten missies en operaties. Aangezien Egypte, Jordanië enMarokko al onder NAVO-bevel hebben gewerkt op de Balkan, kunnendeze landen nu bijvoorbeeld overwegen ook troepen te leveren voorde operatie onder leiding van de NAVO in Afghanistan, of om mee tedoen aan Bondgenootschappelijke operaties elders om het terrorismete bestrijden en de verspreiding van massavernietigingswapens tegente gaan.

De dynamiek van de verandering: Alshet bij "geografie" gaat over de ruimte, gaat het bij "dynamiek vande verandering" over tijd, de mate van urgentie, efficiency, kostenen de mogelijke zijeffecten. De "Clintoniaanse" benadering van hetZuidelijk en Oostelijk deel van het Middellandse Zeegebied met zijnnadruk op dialoog, verdragen, vertrouwenbevordering, en economischestimulansen is al vervangen door een beleid van ingrijpen,preemptieve actie, en interventies. Hoewel de interventionistischebenadering leidt tot ethische, juridische en politieke vragen, gaatzij ook uit van zowel een regionale als een internationaleverantwoordelijkheid voor stabilisatie en wederopbouw. De oorlogenin Afghanistan en Irak lijken het tempo waarin de veranderingen inde regio plaatsvinden al te hebben versneld en te hebben geleid toteen reeks initiatieven, waaronder plannen voor hervorming van deArabische Liga, hervormingen op het gebied van de sociale,democratische en humanitaire rechten in Egypte, en Libië’sunilaterale besluit zijn massavernietigingswapens op tegeven.

Nieuw waardensysteem: deinterventionistische aanpak van Amerika in het Midden-Oosten gaatgepaard met een poging om het waardensysteem in de regio teveranderen en het meer op één lijn te brengen met dat van Westerse,democratische modellen. Dit proces en de enorme machtsongelijkheiddie is veroorzaakt door de Amerikaanse militaire aanwezigheid en deongelijke verdeling van geavanceerde wapens in het gebied, zoudenkunnen leiden tot nog meer instabiliteit en misschien ook totverdere terreurdaden. Als men de culturele aspecten van deveiligheid aan wil pakken en waarden wil bevorderen als democratie,mensenrechten en de open samenleving, zal het nog belangrijkerworden nieuwe operationele concepten en strategieën te ontwikkelenvoor de samenwerking tussen de NAVO, de Dialooglanden en anderepartijen in de regio.

De weg voorwaarts

De algehele situatie geeft aanleiding tot eenverdere uitbreiding van de Dialoog naar praktische samenwerking opeen brede reeks nieuwe gebieden waaronder de volgende:

Bestrijding van het terrorisme: ditzou centraal moeten staan in iedere strategie voor deveiligheidssamenwerking. De klemtoon dient te worden gelegd op hetbeschermen van de infrastructuur voor de energievoorziening. Dekwetsbaarheid van vitale scheepvaartroutes maakt de dreiging vanenergieterrorisme zeer reëel. Iedere goedgecoördineerdeterroristische aanslag op energiefaciliteiten zou een ernstigeontwrichting van de mondiale energieaanvoer en de wereldeconomie engrote aantallen slachtoffers tot gevolg kunnen hebben.

Bestrijding van de verspreiding vanmassavernietigingswapens: dit betekent ook samenwerking om destroom WMD inclusief de lanceringsmiddelen en aanverwantecomponenten tegen te houden op zee, te land en in de lucht. Hetdoel moet zijn tot gestroomlijnde procedures te komen voor eensnelle uitwisseling van relevante informatie, wanneer men vermoedtdat proliferatie plaats gaat vinden en een maximale coördinatietussen de inspanningen van de Partners gericht op het voorkomen vandie proliferatie.

Rampenbestrijding en humanitairehulpmissies:: de ervaringen met de wederopbouw van Irak na deoorlog hebben getoond hoe belangrijk het is snel een troepenmachtter beschikking te hebben die de leemten in de hulp direct naafloop van een conflict kan opvullen. Die hulp is van cruciaalbelang voor de start van de wederopbouw.

Mijnopruimoperaties: humanitairemijnopruiming is een integraal onderdeel geworden vanvredesopbouwoperaties. Dat is niet alleen gevaarlijk werk, deafschuwelijke verwondingen die mijnen veroorzaken, vormen ook eenbelemmering voor de economische ontwikkeling van hele regio’s.Samenwerking op dit gebied zou daarom de solidariteit tussen deNAVO en de Dialooglanden kunnen versterken.

Vredeshandhavingsoperaties: deVredeshandhaving blijft vermoedelijk het belangrijkste en meestvruchtbare terrein voor samenwerking en versterking van hetvertrouwen. Naast trainingsactiviteiten kan de samenwerking op ditvlak misschien worden uitgebreid tot gezamenlijkestrijdkrachtplanning, de oprichting van regionalevredeshandhavingsmodules, en militaire deelname aanrampenbestrijdings- en humanitairehulpverleningsmissies.

Gezamenlijke media-operaties: culturelefactoren maken gezamenlijke media-operaties ter bevordering vaneconomische, militaire en democratische hervorming wellichtwenselijk.

Opbouw van regionale infrastructuur:delen van het Middellandse Zeegebied beschikken niet over deinfrastructuur die nodig is om landen te verbinden en effectievemilitaire operaties uit te voeren. De aanleg van wegen,vliegvelden, energie- en informatienetwerken, is cruciaal voorzowel de veiligheid als de regionale ontwikkeling.

Het is duidelijk dat de Mediterrane Dialoog inde afgelopen tien jaar veel heeft bereikt en dat zij, wat ookaltijd de bedoeling is geweest, zowel de NAVO als de Dialooglandende mogelijkheid heeft geboden elkaar beter te leren kennen. DeDialoog is nu al een nuttig middel voor het uitwisselen vaninformatie in het hele gebied en een nuttig forum voor deversterking van het vertrouwen. De Dialoog is tot nu toe een keeruitgebreid, met Algerije, maar moet de deur voor andere landenopenhouden. Aangezien Jordanië, een van de oorspronkelijkeDialooglanden, strikt gesproken niet aan de Middellandse Zee ligt,zouden er eigenlijk geen geografische grenzen moeten gelden tenaanzien van toekomstige deelnemers. Geleidelijk zouden ook Irak,Libanon, Libië en Syrië en meer Golfstaten en zelfs Iran bij deDialoog berokken kunnen worden. Het voorbeeld van de Conferentieover Veiligheid en Samenwerking in Europa, die uiteindelijk isovergegaan in de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking inEuropa, is instructief, aangezien zij bovenal heeft getracht eeninstelling te zijn die een maximaal aantal statenomvat.

Tot op heden heeft de Mediterrane Dialoogover het algemeen een laag profiel in het gebied. In het beginbestond de perceptie van het publiek in de Dialooglanden uit eenmix van kritiek en acceptatie, omdat de uiteindelijke doeleindenvan deze organisatie niet duidelijk waren. Niet voorveiligheidsspecialisten en evenmin voor het bredere publiek. DeDialoog kan alleen tot een nieuw niveau van samenwerking enpartnerschap komen als de continue transformatie van hetBondgenootschap goed wordt uitgelegd in de Dialooglanden enmisvattingen zijn weggenomen over de sterkere machtsprojectie vande NAVO. Daarnaast moet de zichtbaarheid van de Dialoog wordenvergroot, om meer steun in de Dialooglanden zelf te krijgen voornauwere betrekkingen met de NAVO. Het Bondgenootschap zou hiermisschien het voortouw kunnen nemen en een discussie starten overde mogelijkheid om van het Midden-Oosten en de aangrenzendegebieden een WMD-vrije zone te maken.

Aangezien het gebrek aan vooruitgang in hetvredesproces in het Midden-Oosten een belangrijke factor is, diezowel de initiatieven van de EU, als die van de NAVO in het gebiedondermijnt, zouden beide organisaties kunnen overwegen een grotererol in de conflictoplossing op zich te nemen. Dit zou in de eersteplaats kunnen worden bereikt door strategische afspraken te makentussen Europa en de Verenigde Staten over de aanpak van hetvraagstukken in het Midden-Oosten, zoals in het begin van de jaren1990 ook gebeurd is met betrekking tot Oost-Europa en de voormaligeSovjet-Unie. Die afspraken zouden kunnen leiden tot een snellestart en een betere implementatie van akkoorden waar alovereenstemming over is bereikt en bovendien de weg kunnen banenvoor een diepere samenwerking tussen het Bondgenootschap en deDialooglanden.

Mohamed Kadry Said is militair entechnisch adviseur bij het Al-Ahram Centrum voor Politieke enStrategische Studies in Caïro, Egypte en een gepensioneerdgeneraal.