Debat

Moet het Midden-Oosten het nieuwe centrale front worden van de NAVO?

  • 01 Jan. 2004 - 01 January 0001
  • |
  • Last updated 04-Nov-2008 00:34

Will Marshall is de directeur van het Progressive PolicyInstitute in Washington DC.

Peter Rudolf is een analist bij de in Berlijn gevestigdeStiftung Wissenschaft und Politik die gespecialiseerd isin transatlantische betrekkingen.

Beste Peter,

Sinds de terroristische aanslagen van 11september 2001 begint men in de Verenigde Staten te neigen naar hetidee dat het Grotere Midden-Oosten voor de 21ste eeuw hetzelfdegaat betekenen wat Europa voor de 20ste eeuw was – de belangrijkstebron van conflicten in de wereld.

Natuurlijk zijn er nog meer onrusthaarden;Noord-Korea baart grote zorg. Maar het Grotere Midden-Oosten, datzich uitstrekt van Marokko tot Pakistan, is op afstand het meestwaarschijnlijke centrum van de gevaren die we tegenwoordig hetmeeste vrezen: nihilistisch terrorisme, massavernietigingswapens,schurkachtige dictators en falende staten.

Deze zienswijze lijkt ook in Europa postte vatten. Tijdens de Conferentie over Veiligheidsbeleid die infebruari in München werd gehouden, beschreef Joschka Fischer hetMidden-Oosten bijvoorbeeld als “het epicentrum van de grootstebedreiging voor onze regionale en mondiale veiligheid aan het beginvan deze eeuw: destructief jihad- terrorisme met debijbehorende totalitaire ideologie”.

De NAVO moet de nieuwe taak krijgen onzegemeenschappelijke veiligheidsbelangen te verdedigen tegen hetnieuwe totalitarisme dat broeit en borrelt in het GrotereMidden-Oosten.

Als Amerikanen en Europeanen inderdaadnaar een gemeenschappelijke definitie toegaan van de nieuwebedreigingen waar wij voor staan, is het niet meer dan logisch datde NAVO, de institutionele hoeksteen van het transatlantischBondgenootschap, een nieuwe richting kiest en zich ook op diebedreigingen gaat richten.

Wat is het alternatief? Het Bondgenootschaploopt op z’n laatste benen sinds de Sovjet-Unie uiteengevallen is.De uitbreiding van de NAVO heeft de schijn gewekt dat men nogdoelgericht bezig was, maar dat had meer te doen met hetconsolideren van de winst die het einde van de Koude Oorlog hetWesten heeft opgeleverd, dan met het omschrijven van een nieuwetaak voor het Bondgenootschap. Blijft de vraag, waar de NAVO nogvoor dient. Vooral na de breuk naar aanleiding van Irak, kunnen departners maar beter met een antwoord komen, want anders gaan zestraks onverbiddelijk ieder hun eigen weg.

Ik denk dat het antwoord nogal voor de handligt: de NAVO moet de nieuwe taak krijgen onze gemeenschappelijkeveiligheidsbelangen en liberale waarden te verdedigen tegen hetnieuwe totalitarisme dat broeit en borrelt in het GrotereMidden-Oosten. Dat is niet alleen een militaire uitdaging. Op delange duur kunnen we alleen succes boeken als de omstandigheden dieleiden tot fanatisme en geweld in de regio – wrede politiekeonderdrukking, economische stagnatie en de algemeen gevoelde vreesdat de eigen cultuur verloren zal gaan – veranderen. In deVerenigde Staten hebben zowel president George W. Bush als senatorJohn Kerry, de Democratische tegenkandidaat voor het Witte Huis,opgeroepen tot een brede strategie om de regio te moderniseren,door meer handel, meer hulp gekoppeld aan bestuurlijke hervormingenen krachtige ondersteuning voor de mensenrechten, de rechtsorde enonafhankelijke burgergroeperingen. Fischer noemt deze strategie“positieve mondialisering”, maar het komt op hetzelfdeneer.

Maar hoewel men de nieuwe totalitairedreiging niet met militaire macht alleen kan verslaan, is eenoverwinning zonder het geloofwaardig gebruik van geweld ook nieterg waarschijnlijk. Tenslotte heeft, Al-Qaeda al drieNAVO-bondgenoten aangevallen: Spanje en Turkije en ook de VerenigdeStaten. Om het “transatlantisch thuisland” te verdedigen tegenverdere terroristische aanslagen moet de NAVO het vermogenontwikkelen om terreurcellen op te sporen en te vernietigen enterroristen geen veilig onderkomen te gunnen. Dat is natuurlijk derechtvaardiging voor de precedentverpletterende interventie van deNAVO in het verre Afghanistan.

Eigenlijk is de NAVO, door het organiserenvan de 6.500-man-sterke Internationale Veiligheidsmacht ISAF inKabul, de Rubicon al overgestoken en is zij al begonnen aan haarstrategische heroriëntatie op het Grotere Midden-Oosten. Deuitdaging die nu voor de NAVO ligt, is dat zij een agressievere eneffectievere vredestichtster moet worden. Dat betekent ook buitende hoofdstad gaan opereren, krijgsheren en milities ontwapenen enhen onder het gezag van de centrale regering brengen, en nauwergaan samenwerken met de 10.000 Amerikanen die strijden tegen de nogovergebleven Talibaan en Al-Qaeda strijders langs degrenzen met Pakistan.

Zoals de Verenigde Staten het zich nietkunnen permitteren te falen in Irak, zo kan de NAVO het zich nietpermitteren te falen in Afghanistan. Het is essentieel dat onzeEuropese partners ISAF komen versterken met meer troepen enuitrusting en veiligheid en stabiliteit naar andere delen van hetland gaan verspreiden, vooral naar de onrustige Parthaanse gebiedenin het zuiden. In feite zou Afghanistan de katalysator kunnen zijndie Europa nodig heeft om de ontwikkeling van haar nieuwe SnelleReactiemacht te versnellen en haar de vervoers- en logistiekecapaciteit te geven, die zij nodig heeft om macht over groteafstanden te projecteren.

Een beter gefocuste en uitgeruste NAVO zouook krachtigere internationale diplomatieke initiatieven kunnenondersteunen, gericht op het stoppen van de verdere verspreidingvan massavernietigingswapens (WMD) in het gebied. Zou Europa erzonder een levendige demonstratie van de Amerikaanse macht in hetbuurland Irak, in geslaagd zijn Iran ertoe te brengen zijnnucleaire programma’s open te stellen voor internationaleinspecties? Dat lijkt onwaarschijnlijk. Dat geldt ook voor hetbesluit van Libië om massavernietigingswapens af te zweren en deweliswaar verlate, harde actie van Pakistan tegen A.Q. Khan’snucleaire bazaar. Maar de NAVO moet meer doen dan zorgen dat zijhaar macht in het gebied kan projecteren. Zij moet overeenkomstensluiten met landen in het gebied, naar model van het Partnerschapvoor de Vrede-programma met landen uit het voormalige Sovjetblok,de veiligheidssamenwerking versterken, de doorzichtigheid vergrotenen vertrouwenbevorderende maatregelen in het hele gebied invoeren.En ja, de NAVO moet vermogens ontwikkelen waarmee zij preëmptiefnucleaire faciliteiten kan aanvallen in landen die zich nietsaantrekken van internationale non-proliferatienormen.

Daarnaast is het niet ondenkbaar dat de NAVOeen actievere rol op zich zou nemen in het stoppen van conflictenen versterken van politieke oplossingen in het gebied. Zij zoubijvoorbeeld de pogingen kunnen ondersteunen om een einde te makenaan de civiele strijd in Soedan, door troepen te sturen dievoorkomen dat de niet-Arabische inwoners in het zuiden wordenafgeslacht. Zij zou veiligheidsgaranties kunnen bieden voor eenoplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict volgens deroutekaart. Een nieuwe Palestijnse staat zou hulp nodig hebben bijhet ontwapenen van Hamas en andere terroristische groeperingen,terwijl Israël de garantie zou moeten krijgen dat het er nietalleen voorstaat bij de bescherming van zijn burgers. En het feitdat de NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer zo open staatvoor de mogelijkheid van een NAVO-missie in Irak, is gunstig voorde ondersteuning van een nieuwe Irakese regering en voor hetherstel van de Bondgenootschappelijke eenheid.

Natuurlijk vereist dit alles ingrijpendeveranderingen in de Europese militaire budgetten, debesluitvormingsstructuur van een uitgebreide NAVO, en bovenal, inde zienswijze van de Europeanen zelf. Terwijl veiligheid in deKoude Oorlog betekende dat een Sovjetaanval op West-Europa moestworden afgeschrikt, vereist de veiligheid in de eeuw van terreur enjihad een actievere en preventievere aanpak. Zijn deEuropeanen bereid de huidige risico’s te ruilen voor toekomstigeveiligheid? Ik weet het niet, maar ik hoop dat ze de belangrijksteles ter harte zullen nemen die de Amerikanen van 11 septemberhebben geleerd: de dreigingen die zich samenballen aan de horizonnegeren, maakt je niks veiliger.

Hartelijke groet,

Will

Beste Will,

Ik klink misschien als een ouderwetse“realist”, maar ik denk dat de vraag hoe de betrekkingen van grotemogendheden moeten worden ingericht dé internationale uitdaging is.Als er één gebied is waar een conflict tussen grote mogendheden zoukunnen escaleren tot een (nucleaire) oorlog is het wel Oost-Azië.De opkomst van China zal de Amerikaanse beleidsmakers en hunEuropese collega’s absoluut voor grote problemen plaatsen. Ik wilzeker niet ontkennen dat het Islamitische terrorisme op dit momenteen van de ernstigste transnationale bedreigingen vormt. Ik trekalleen de stelling in twijfel, dat het Grotere Midden-Oosten voorde 21ste eeuw is, wat Europa en Azië waren voor de20ste.

Aan de andere kant ben ik te zeer beïnvloeddoor het liberale denken over internationale betrekkingen, om tegeloven dat de NAVO onvermijdelijk uiteen zal vallen alsveiligheidsinstelling, als zij geen overkoepelende missie heeft,gericht op de aanpak van gemeenschappelijke dreigingen. Voor deontwikkeling die jij lijkt te verwachten, is een diepgaandeverandering in de strategische voorkeuren van de belangrijksteNAVO-leden nodig. Zo’n dramatische verandering in de landelijkecoalities en ideeën die nu ten gunste van het instandhouden van deNAVO als veiligheidsinstelling met meerdere functies werken, zoualleen mogelijk zijn als de kosten van het NAVO-lidmaatschaponaanvaardbaar hoog zouden worden. Misschien moeten we ons meerzorgen maken dat de NAVO overbelast raakt, dan over het ontbrekenvan een missie die alle leden verbindt en een nieuw centraalfront.

Ja, er is een gemeenschappelijke dreiging.Maar als we de politieke retoriek even laten voor wat zij is, isdie dreiging van veel groter belang voor de Verenigde Staten als“Midden-Oosten mogendheid” dan voor Europa. Niettemin is dedreiging van het Islamitisch terrorisme, zoals jij ook hebt gezegd,niet alleen een militaire probleem. Ik zou zelfs willen beweren dathet zelfs niet in de eerste plaats een militair probleem is. Voormij is de echte vraag: welke functionele bijdrage kan de NAVOleveren aan een brede strategie voor de aanpak van de dreigingenafkomstig van transnationale Islamitische terroristen en omgaan metde veiligheidsrisico’s verbonden aan de proliferatie vankernwapens? Een dergelijke brede strategie moet voorkomen datallerlei verschillende problemen en risico’s worden samengebundeldtot een grote monolithische dreiging, zoals nu het geval lijkt inhet huidige Amerikaanse debat over het buitenlandsbeleid.

De focus verleggen naar het GrotereMidden-Oosten moet niet worden gezien als een therapie voor hetBondgenootschap. Aangezien het ons ontbreekt aan een nuchtereanalyse ten aanzien van onze betrokkenheid bij het GrotereMidden-Oosten – een analyse die gebaseerd is op strategischeprioriteiten en die er rekening mee houdt dat middelen en vermogensniet onuitputtelijk zijn – zou jouw lange lijst van dingen die hetBondgenootschap zou kunnen ondernemen er makkelijk toe kunnenleiden dat het overbelast raakt. De NAVO blijft een te belangrijkinstituut om haar voortbestaan in gevaar te brengen door een teambitieuze en kostbare betrokkenheid bij hetMidden-Oosten.

Misschien moeten we ons meer zorgen makendat de NAVO overbelast raakt, dan over het ontbreken van een missiedie alle leden verbindt en een nieuw centraalfront.

Het is bijna een cliché dat het westenzich niet kan permitteren te falen in Irak en Afghanistan. Maar wemoeten voorzichtig zijn en niet het prestige en degeloofwaardigheid van de NAVO in de waagschaal stellen. Watbetekent falen? Het is zeker wenselijk dat beide landen zichontwikkelen tot een stabiele democratie. Maar dat doel kan niet demeetlat zijn voor falen of slagen met als mogelijke consequentieeen “exitstrategie”. Voorkomen dat Afghanistan opnieuw afglijdt eneen broeinest wordt van transnationaal terrorisme is een beperkter,realistischer doel. De middelen zijn eindig en de bereidheid omkosten te dragen heeft ook zijn grenzen – zelfs in de VerenigdeStaten. De officiële retoriek en het feitelijk beleid komen nietovereen. Daden spreken luider dan woorden wanneer cruciale belangenmoeten worden geanalyseerd. Weinig NAVO-leden staan te trappelen omkrijgsheren in het hele land aan te pakken, wat vermoedelijk ietsis wat jij verwacht van de Europese Bondgenootschappelijketroepen.

Je hebt gelijk als je zegt dat jouw visie“dramatische veranderingen” vereist aan Europese zijde, inclusiefhogere militaire budgetten en een andere strategische benadering.Toch zijn die veranderingen net zo onwaarschijnlijk als deverandering die aan Amerikaanse zijde nodig zou zijn en die je nietnoemt: een bereidheid om de Europese staten iets beter tebehandelen dan juniorpartners die geen andere keus hebben dan in depas lopen met de VS of een confrontatie riskeren met de dominantepartner. De redenen waarom de Verenigde Staten de lasten willendelen van hun machtsuitoefening in het Midden-Oosten, zijnduidelijk. Maar lastenverdeling onder de Bondgenoten houdt ookgezamenlijke besluitvorming in. Misschien wordt de toon in hetAmerikaanse buitenlandbeleid onder een andere president wel watgematigder, maar het accepteren van meer Europese invloed in hetMidden-Oosten zal Washington niet makkelijk vallen, wie er ook inhet Witte Huis zit.

Preemptieve aanvallen “op nucleairefaciliteiten die zich niets aantrekken van internationalenon-proliferatienormen” zullen op een bepaald moment wellichtnoodzakelijk blijken. Maar zou er één Amerikaanse president tevinden zijn, die bereid is binnen de NAVO een consensus voor zo’nbeleid op te bouwen? De legitimering door de NAVO van zo’n beleidis zonder twijfel een sterke politieke stimulans om aan zulkelastige onderhandelingen te beginnen, maar de kosten die verbondenzijn aan het bereiken van overeenstemming over bijvoorbeeld eenactie tegen Irak, zouden wel eens onoverkomelijk hoog kunnenblijken.

Als de Verenigde Staten erin slagen deopstand in Irak te onderdrukken en als de politieke situatie daarbegint te verbeteren en zich in een positieve richting gaatontwikkelen, is het politiek aantrekkelijk, maar militair gezienvan bescheiden betekenis, om de NAVO erbij te halen. Maar als desituatie niet verbetert, de guerrillaoorlog toeneemt en Irak in eenburgeroorlog belandt, zou een eventuele NAVO-strijdmacht die daarnaartoe gestuurd wordt er rekening mee moeten houden dat ze zullenmoeten vechten. Dat is geen aantrekkelijk idee, gezien de publiekestemming in de meeste lidstaten en het zou zeker leiden tot eentransatlantische ruzie.

Het Grotere Midden-Oosten ontpopt zich alseen centraal gebied voor de coördinatie van het Europese en hetAmerikaanse beleid. Maar initiatieven voor het GrotereMidden-Oosten zullen nergens toe leiden, tenzij de Amerikaanseregering zich weer gaat bemoeien met het Israëlisch-Palestijnseconflict.

Werken aan de modernisering van de economieen politieke liberalisering zou er op de lange duur toe kunnenleiden dat het reservoir nieuwe terroristen opdroogt. Maar tot dietijd moeten we een hoop instabiliteit verwachten en die zou zelfsnog grotere problemen en dilemma’s voor het Westen kunnenopleveren. Als de NAVO kan bijdragen aan het beheersen van dieproblemen, dan moet zij daarvoor worden gebruikt. Als bijvoorbeeldpartnerschappen naar model van het Partnerschap voor de Vredekunnen helpen om officieren in het Midden-Oosten bekend te makenmet democratische normen, zou dat de totale strategische benaderingalleen maar ten goede kunnen komen.

Maar men kan van de NAVO, alsveiligheidsinstelling met een groeiend aantal leden, nietverwachten dat zij zich ontwikkelt tot centraal forum voor detransatlantische beleidscoördinatie inzake het GrotereMidden-Oosten. Die beleidscoördinatie zou toch zeker veelmakkelijker kunnen plaatsvinden in functionele, kleineregroeperingen, waar de Europese Unie als een belangrijk partner deelvan uitmaakt.

Hartelijke groet,

Peter

Beste Peter,

Met de beelden van het gruwelijke bloedbadin Madrid nog vers op mijn netvlies, is het moeilijk het ideeserieus te nemen dat “de beheersing van de betrekkingen tussen degrote mogendheden” belangrijker is dan de aanpak van deze nieuwevorm van terrorisme via massamoord, of het gruwelijk vooruitzichtdat terroristen hun handen zouden weten te leggen opmassavernietigingswapens. Het ene probleem lijkt mij een abstracteen academische vraag; het andere explodeert midden in onsgezicht.

In ieder geval beheersen de VerenigdeStaten hun relatie met China al sinds de Koreaanse Oorlog en zullendat ook blijven doen, ook nu we strijden tegen terrorisme enjihadi fanatisme. Ik geloof niet dat China’s groeiendgeopolitiek belang een potentiële dreiging voor Amerika of Europainhoudt. De dreiging, als er al een bestaat, vloeit voort uit deideologie en ambities van China’s leiders, en de gebruikelijkeneiging van despotische regimes om zich te beroepen op externe“dreigingen” als rechtvaardiging voor hun repressieve bewind. Alsde tendens tot liberalisering in China niet wordt onderdrukt endoorsijpelt van de economie naar de politiek, zullen debetrekkingen tussen China en de VS vermoedelijk alleen maar beterworden en niet slechter. Daarom maak ik mij op dit moment meerzorgen over de terugval van Rusland naar een autoritair systeem,dan over de mogelijkheid dat wij in oorlog met China zoudenbelanden.

Maar laten we tot de kern van onsmeningsverschil komen. Jij zegt dat de NAVO te belangrijk is om“haar voortbestaan in gevaar te brengen door een te ambitieuze enkostbare betrokkenheid in het Midden-Oosten.” Belangrijk waarvoor?Bestaat de NAVO alleen maar om te bestaan? Of heeft ze ook nog eenstrategisch doel? Als het Bondgenootschap nu voor zulke belangrijkeproblemen staat, dat het niet in staat is meer middelen vrij temaken voor de stabilisatie van Afghanistan, zou ik wel eens willenweten wat die problemen dan zijn. Zonder een echte missie om echtebedreigingen aan te pakken, loopt de NAVO het gevaar hetinstitutionele equivalent te worden van een knuffeldekentje – ietsdat wel troost biedt, maar dat een echt gevaar niet af kanweren.

De NAVO zou veiligheidsgaranties kunnenbieden voor een oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflictvolgens de routekaart.

Trouwens, in tegenstelling tot jouwsuggestie, heb ik niet gezegd dat de NAVO in Afghanistan de taakmoet krijgen een democratische regering te vestigen. Zij moet decentrale regering helpen het land te pacificeren, zodat het nietopnieuw in een chaos belandt en een toevluchtsoord wordt voorterroristen. Ja, dat betekent zeer waarschijnlijk dat er een paarkrijgsheren moeten worden aangepakt, iets waar naar jouw zeggenweinig Europese landen trek in hebben. En toch moet het gebeuren,wil de missie succes hebben. In dit geval is er geen gevaar vanoverbelasting: het rijke Europa heeft natuurlijk ruim voldoendepersonele en materiële middelen om de regering van een verarmd,achtergebleven land te helpen haar gezag uit te breiden tot buitenKabul en, terwijl je toch bezig bent, de Amerikaanse troepen tehelpen tegelijkertijd de nog overgebleven Talibaan enAl-Qaeda strijders langs de grenzen met Pakistan tevernietigen. Dat is een kwestie van politieke wil, niet vanmiddelen.

Tenslotte, je hebt gelijk als je zegt datvoor een nieuw transatlantisch project gericht op de moderniseringvan het Grotere Midden-Oosten zowel in de Verenigde Staten alsEuropa een nieuwe benadering nodig is. Maar de Europeanen kunnenniet alles hebben: als ze niet willen dat de Verenigde Staten henbehandelen als “juniorpartners”, dan moeten ze ook de lasten vaneen seniorpartner dragen. Dat betekent meer geld uitgeven aandefensie, nieuwe vermogens ontwikkelen voor hightech oorlogvoering,en, iets dat vermoedelijk nog het lastigste zal zijn, ze zullenbereid moeten zijn geweld te gebruiken wanneer onze gezamenlijkeveiligheidsbelangen dat vereisen. Ik besef dat dit grote, politiekniet eenvoudige stappen zijn. Veel Europese leiders gelovenkennelijk niet dat de dreiging vanuit het Grotere Midden-Oosten hetondernemen van die stappen rechtvaardigt. Misschien hebben zegelijk, maar de gebeurtenissen in Madrid pleiten ervoor diedreiging ook niet te licht op te nemen.

Hartelijke groet,

Will

Beste Will,

Laten we de vraag in het midden laten, ofde vreedzame beheersing van de betrekkingen tussen grotemogendheden en het vermijden van een catastrofaal conflict tussengrote mogendheden in deze eeuw een even groot probleem zal blijkenals in de vorige. Ik zou alleen willen dat ik je liberale optimismeover het einde van de strijd tussen de grootmachten kon delen. Ikbetwijfel of de aanname wel juist is, die in het Amerikaansebuitenlandbeleid steeds sterker naar voren komt, dat hetMidden-Oosten het belangrijkste conflictgebied in dezeeeuw zal worden – niet het feit dat we te maken hebben met eendodelijke, transnationale, terroristische dreiging, die groter isdan ooit in de geschiedenis is voorgekomen.

Deze transnationale dreiging komt uit hetMidden-Oosten, maar is al enige tijd aanwezig in de Europesesamenlevingen en kan niet primair met militaire middelen wordenaangepakt. Daardoor zal de NAVO nog maar van beperkte waarde zijnin deze strijd. Maar wat de meeste Europeanen betreft, betekent datniet dat het Bondgenootschap minder relevant wordt als het zichniet met het Midden-Oosten gaat bemoeien. Jij lijkt er van uit tegaan dat de traditionele Europese veiligheidsdilemma’s en–problemen nooit meer de kop zullen opsteken, hoewel je, dat moetik je nageven, wel enige bezorgdheid uit over de ontwikkelingen inRusland. Misschien komen ze ook niet meer terug. Maar dat weten weniet zeker. De NAVO is zeker geen “knuffeldekentje”, maar eenverstandige verzekeringspolis. Sommige gevaren zijn misschien nieterg waarschijnlijk en daardoor lijken ze, in jouw woorden,misschien “academisch”. Maar het is toch zeker alleen maarverstandig en redelijk om je er tegen te verzekeren, tenminstezolang de premies niet al te hoog zijn.

Initiatieven voor het Grotere Midden-Oostenzullen nergens toe leiden tenzij de Amerikaanse regering zich weergaat bemoeien met het Israëlisch-Palestijnsconflict.

Naast de structurele rol die hetBondgenootschap speelt in het garanderen van de Europeseveiligheid, als gevolg van vastgewortelde gewoonten die zijnontstaan door jaren van militaire samenwerking, is de “nieuwe” NAVOop velerlei wijze een leverancier van veiligheidsdiensten geworden.Als zodanig is zij ook in staat een combinatie van strijdkrachtengeleverd door coalities van wilsbereiden te leveren. Als de NAVOdus een nuttige bijdrage kan leveren aan de oplossing of beheersingvan specifieke problemen in het Midden-Oosten, moet zij daarnatuurlijk voor worden benut. Maar de planning voor eventuele,politiek gevoelige militaire missies in het gebied – en het is nietmoeilijk je een crisisscenario voor de geest te halen waarbij“bevriende” landen als Saoedi-Arabië en/of Pakistan betrokken zijn– is één ding. De problematiek van het Grotere Midden-Oosten naarhet plan tillen, dat het gebied het nieuwe centrale front voor deNAVO moet worden en haar belangrijkste bestaansgrond, is weer ietsanders.

Wat Afghanistan betreft, het is zonneklaardat geen enkel NAVO-lid – zelfs de Verenigde Staten niet – bereidis de personele en materiële middelen te leveren die nodig zijn omde klus te klaren. Goedbedoelde oproepen tot ambitieuzeondernemingen, die geen rekening houden met de politiekebeperkingen en verschillen in strategisch perspectief, zijn gedoemdte eindigen in frustratie en irritatie.

Niettemin denk ik dat we het eens zijn dathet dringend noodzakelijk is, zowel binnen de NAVO als ook inandere gremia een constante transatlantische dialoog te voeren overde strategische prioriteiten en mogelijk gemeenschappelijk beleidten aanzien van het Grotere Midden-Oosten.

Hartelijke groet,

Peter

Beste Peter,

Ik denk niet dat er een einde gekomen is aande rivaliteit tussen de grootmachten. Het is niet ondenkbaar dat ereen nieuwe vorm van pan-Slavistisch nationalisme ontstaat inRusland, dat er toe zou kunnen leiden dat Moskou met agressievemiddelen tracht delen van het oude Sovjetrijk weer op te slokken.Dat is een worst-case scenario, maar nu het liberalisme in Ruslandkennelijk op zijn retour is, kan die mogelijkheid niet geheelworden uitgesloten, dus laten we dan in ieder geval de NAVObehouden als verzekeringspolis.

Wat mij bevreemdt, is echter het argumentdat zulke louter veronderstelde gevaren meer gewicht in de schaalleggen dan de onmiskenbare gevaren waar we hier en nu mee te makenhebben. De NAVO is een militair Bondgenootschap dat is gesloten omhaar leden te beschermen tegen gewapende aanvallen en intimidatie.Drie NAVO-leden zijn aangevallen door een mondiaal terroristischnetwerk dat wortelt in Islamitisch extremisme afkomstig uit hetMidden-Oosten. De NAVO moet óf zorgen dat ze de plannen, vermogensen wil om deze dreiging effectief te bevechten krijgt, óf ze moetiedere pretentie opgeven dat ze een echt pact voor de wederzijdseverdediging is.

Het idee dat de NAVO een pool zoukunnen worden waar de leden militaire middelen uit kunnen putten,of waar ze “coalities van de wilsbereiden” zouden kunnen sluiten,is nogal vergezocht, gezien het gebrek aan consensus over de doelenwaarvoor die middelen zouden moeten worden gebruikt. Het is veelwaarschijnlijker dat ze uiteindelijk een transatlantischveiligheidsforum wordt, of misschien een vooral Europees raamwerkvoor veiligheidsintegratie. In beide gevallen betekent dat heteinde voor de NAVO zoals wij haar kennen – het machtigeAmerikaans-Europese partnerschap, gebaseerd op een duidelijke,ondubbelzinnige missie, dat ten grondslag lag aan de succesvollestrategie van het Westen tijdens de Koude Oorlog en aan degigantische groei van de liberale democratie.

We zijn het er over eens dat terrorismeniet alleen met militaire middelen kan worden verslagen. Maarsommige taken – zorgen dat terroristen geen veilig onderkomenhebben in falende staten of schurkenstaten, het opsporen envernietigen van terreurcellen waar ze zich ook maar bevinden en hunplannen beramen, de vrede te bewaren en de natie op te bouwen inKosovo, Afghanistan en Irak, het transport van nucleaire en anderegevaarlijke materialen beletten – vereisen onverbiddelijk militairgeweld. Afghanistan is een cruciale test. Jij zegt dat noch deVerenigde Staten noch de Europese leden van de NAVO bereid zijn demiddelen te leveren die nodig zijn om de klus te klaren. Moeten weons dan maar terugtrekken en het beste ervan hopen? Heeft Osama binLaden gelijk als hij zegt dat het democratische Westen lijdt aanbesluiteloosheid?

Zonder een werkelijke missie, om werkelijkegevaren te bestrijden, loopt de NAVO het gevaar het institutioneleequivalent te worden van eenknuffeldekentje

Even onder de oppervlakte van de huidigedebatten over terrorisme, Irak en veranderingen in hetMidden-Oosten gaan onderhuidse angsten schuil. De Europeanen zijnbang dat Amerika hen in onnodige gevechten zal sleuren; deAmerikanen vrezen dat de Europeanen geen zin hebben om denoodzakelijke gevechten te voeren. Ik ben het met je eens dat eentransatlantische dialoog dringend noodzakelijk is om de vrees aanbeide zijden te verjagen en te komen tot een effectievere,gemeenschappelijke reactie op de nieuwe gevaren waarvoor westaan.

Hartelijke groet,

Will

Beste Will,

Je wijst terecht op de onderhuidse angstenin het transatlantisch debat. Het lijkt erop dat ze de huidigemanifestatie zijn van wat academici “het Bondgenootschappelijkveiligheidsdilemma” hebben genoemd. Aan de ene kant vrezen statendie tot een bondgenootschap behoren dat hun bondgenoten hen in desteek zullen laten op het moment dat ze ze echt nodig hebben. Aande andere kant zijn ze zelf bang dat ze verstrikt zullen raken inconflicten die naar hun idee niet hun eigen vitale belangen raken.En de oorlog in Irak heeft in Europa geleid tot die vrees voorverstrikking – en tot ernstige twijfel aan de strategische wijsheidvan deze Amerikaanse regering en de prioriteiten die ze stelt opeen moment dat mondiaal Islamitisch terrorisme, daar is geen enkeletwijfel over, de duidelijke meest actuele dreiging is.

Nogmaals, ik geloof niet dat de “oude”NAVO, gebaseerd op een allesoverheersende, geografisch bepaaldemissie, weer nieuw leven kan worden ingeblazen. Na deterroristische aanslagen van 11 september 2001, heeft de NAVOinderdaad Artikel 5 van het Noord-Atlantisch Verdrag ingeroepen,maar geen van de lidstaten heeft dat geïnterpreteerd als eenbelofte van ongelimiteerde militaire steun. Je zult je bovendienwel herinneren dat Washington er heel duidelijk de voorkeur aan gafzelf een coalitie van wilsbereiden samen te stellen voor haaroorlog tegen het terrorisme en niet verstrikt wilde raken in deBondgenootschappelijke besluitvorming.

De NAVO is geen “knuffeldekentje” maar eenverstandige verzekeringspolis

Ik ben nooit een voorstander geweest, enzal dat ook nooit worden, van terugtrekking van de NAVO uitAfghanistan. Ik zie echter niet hoe de discrepantie tussenambitieuze retoriek en het feitelijk beleid kan worden overbrugd.En ik zie nog geen enkel bewijs dat de stabilisatie van Afghanistaneen topprioriteit is voor Washington. Daarom zou ik voorzichtigzijn met de mate waarin we de geloofwaardigheid en het prestige vande NAVO in de waagschaal stellen bij deze operatie. Meer dan tienjaar geleden werden de Verenigde Naties krachtig (en ten onrechte)bekritiseerd en vervolgens in de Verenigde Staten verantwoordelijkgehouden voor het mislukken van de internationale interventie inSomalië. Dit heeft bijgedragen aan de verdere erosie van de steunvoor de Verenigde Naties in de Verenigde Staten. In het belang vande NAVO en de transatlantische relatie hoop ik dat hetBondgenootschap een soortgelijk lot in Afghanistan zal weten tevermijden.

Hartelijke groet,

Peter